Aftellen

Nog één week. Nu is het een kwestie van aftellen. Het lijkt oneindig ver weg en ontzettend dichtbij. Inpakstress begint op te borrelen als ik naar mijn week kijk. De to-do-lijst is korter, maar niet weg. Ik zet er ook steeds meer dingen op. Alsof ik mezelf weiger om met een leeg hoofd weg te gaan. Ik verzin meer en meer klusjes om te doen in de eerste weken van mijn thuisloze bestaan. Zodat ik maar niet hoef te doen wat ik eigenlijk zou doen: schrijven. Echt schrijven. Dat manuscript af maken, nu eindelijk, want nu heb ik de tijd. Toch?

Ik staar nog eens naar mijn agenda. Mijn tijdelijke verblijfplaatsen beginnen zich langzaam af te tekenen. Ontmoetingen met oude en nieuwe vrienden. Ik leg mezelf een regime op en beloof mezelf plechtig dat ik me er aan zal houden: Iedere dag schrijven, al zijn het maar zestig woorden. En iedere dag wandelen ongeacht het weer. Verder mag ik doen waar ik zin in heb. Of dat nou werken is, of feest vieren, of helemaal niets. Dat is aan mij.

Kijk mij nou, ik leg mezelf nu alweer verplichtingen op. Bang voor de vrijheid misschien? Ik lach hardop, wetende dat het toch allemaal anders gaat lopen. Ik zet nog een kop koffie, kijk naar mijn lijst en schrap de zaken waarvan ik weet dat ik ze toch niet meer ga doen. Jammer dan, maar dit is wat het is, zeg ik tegen mezelf. En ik geloof het.