Het zijn de kleine dingen
Ik ben nu drie maanden van huis en 16 bedden verder. De tickets voor de terugtocht zijn geboekt, maar geven mij nog een maand respijt. Het verlangen groeit naar een eigen plek. Het zit hem in de kleine dingen. Als gast in verschillende huizen, of kamperend in een tent, schik ik me continue naar de omgeving. Ik slaap goed, ik eet goed, ik leef uiterst comfortabel en gelukkig. En toch, steeds vaker denk ik aan mijn huis in Nederland waar ik heb wat ik nodig heb, waar ik weet waar alles staat, waar ik nergens om hoef te vragen, waar ik alles op mijn eigen manier kan doen. Het zit hem niet in het daadwerkelijk bezit van spullen, want alles is aanwezig hier. Maar het zit hem misschien in de manier waarop je je omgeving inricht met die spullen op een manier dat je prettig je weg kan vinden en in je behoeften kan voorzien. Voorkeuren voor de plek waar dingen staan en hoe je ze gebruikt. Niets belangrijks of groots, op een leven zijn het futiliteiten, maar in dagelijks leven wordt het steeds belangrijker.
Op mijn reis maak ik met de spullen die ik bij me heb een eigen nestje binnen het verblijf waar ik ben. Ik stal mijn tassen met spullen op plekjes waar ik er makkelijk bij kan en het niet in de weg staat. Ik gebruik misschien maar 20% van wat ik bij me heb, ik zou dus met nog minder spullen kunnen reizen. Maar ik baken stiekem een klein territorium af waarin ik leef. En zodra het omwille van de gastheer (m/v) dient te veranderen, doe ik dat zonder weerstand of twijfel. Ik pas me aan naar mijn omgeving. En ik vraag me af: Hoeveel aanpassingsvermogen kun je ten toon spreiden zonder jezelf daarin te verliezen? Hoeveel ruimte heeft mijn wezen nodig om tot uiting te komen? Hoeveel expressie van iemands zijn zit er in een omgeving? En hoe diep is de link met je persoonlijkheid daarin?
Ik leg mijn hoed opzij, grijp mijn zakdoek, wikkel mezelf in de deken waaronder ik deze avond slaap en droom over hoe ik mijn huis in Koog aan de Zaan naar Engeland verkas.