Oliebol

In april 2017 kreeg ik de diagnose Baarmoederhalskanker. Op 5 mei 2017 werd de Nationale bevrijdingsdag ook mijn eigen bevrijdingsdag: ik kreeg een Radicale Hysterectomie. Via onder andere facebook hield ik mijn netwerk op de hoogte van het herstel. Enkele van deze zeer persoonlijke updates acht ik waardig om op deze site toe te voegen. 

29 nov 2017

Met tranen in mn ogen een oliebol eten op perron 2, station Holendrecht om 09:15 u in de ochtend. Ik zou nog in bed moeten liggen. Pijn in mijn buik, een soort kramp, zoals menstruatie kon voelen, maar dan anders. Wat doe ik hier?
Drie kwartier eerder vraagt de lieve verpleegkundige die ik herken van de intake acht maanden geleden hoe het nu met me is. Ik geef een korte samenvatting: fysiek gaat het goed, mentaal gaat het up en down. Veel meer kan ik er niet over zeggen, want ik ben bezig mijn tranen weg te slikken.
Ik weet niet hoe dat bij anderen is, maar ik kan niet zeggen dat het niet goed gaat zonder in tranen te raken. Als ik zeg dat het goed gaat, blijven ze weg. Dus dan zeg ik dat. Deels is dat waar, het gaat heel goed. Dat andere deel is ongrijpbaar. Onbegrijpbaar ook. Ik weet ook niet precies wat er is, hoe ik me voel, waarom ik zo reageer, wat jij er aan kunt doen, wat ik er aan kan doen. Ik sta erbij en kijk er naar, net zo verrast als anderen.
“Je hebt er ineens een goed gevulde rugzak bij gekregen…” Ik weet haar naam niet meer. Terwijl ik weet dat ik hem eigenlijk wel weet, maar niet nu. Die vergeetachtigheid zit ook nieuw in de rugzak. Uitermate irritant. “…en dat is héél vermoeiend.” Nu moet ze stoppen. Ik kom niet om te huilen. Ik kom om granulaat weg te stippen. Ze voelt het feilloos aan en verandert het onderwerp naar iets luchtigs. Dank je.
Het aanstippen is minder gemakkelijk dan de vorige keren. “Doet het zeer?” vraagt de Vrouw met de Gouden Handen. Pijn is niet het juiste woord. Ongemakkelijk wel. “Het is altijd onaangenaam of zeer onaangenaam, fijn is het nooit” voegt ze toe. Na afloop dankt zij mij voor mijn geduld. De omgekeerde wereld. Ongegeneerd op mijn blote knieën voor haar vallen zou nog niet in verhouding staan tot mijn dankbaarheid voor haar. Voor haar kunde, haar zelfverzekerdheid, haar menselijkheid. Maar dat doe je niet. De hand schudden, tot de volgende keer dokter. Zo gaat dat.
Ondanks de zeer ongemakkelijkheden die ik in het ziekenhuis al heb doorgemaakt, kom ik er graag. De aanwezigheid van verpleegkundigen in witte jassen stelt me gerust, zoals ze midden in de nacht deden net na de operatie en ik wazig van de medicijnen de slaap niet kon vatten. Ik was overgeleverd aan hun zorg. Ook die namen ben ik kwijt, maar de indruk is blijvend. Hier weten ze wat ik doormaak. Voor mij is het de eerste keer, voor hen routine. Ze begrijpen me al voordat ik mezelf begrijp. Dat stelt gerust.
Niet lang daarna sta ik buiten en moet ik het weer zelf doen. De afweging of het normaal is wat ik voel. Vast wel. Even doorbijten. Morgen is de pijn – het ongemak – weer over. Naar huis, janken, koffie en dan door naar de fysio. En misschien nóg een oliebol, omdat het kan.

Pauline!