Analoog vs Digitaal: Archiveren
Misschien hebben we het nog eens nodig. Of kunnen we het als voorbeeld gebruiken. Straks wil de belastingdienst het over zeven jaar nog inzien. Deze boeken moet ik nog een keer gaan lezen. En dit boek wil ik zeker nóg een keer lezen. Hier staat een persoonlijke boodschap in, dit kan echt niet weg. Een interessant artikel, hier moet ik nog eens iets mee.
Bewaarzucht. We bewaren herinneringen, bewijsstukken, aantekeningen die op een dag – als we tijd hebben – nog eens een project zullen worden. Dozen met spullen die ik af en toe verplaats en heel soms open om er een specifiek item in te zoeken. Ik heb er vele van. Als ik het specifieke papiertje al vind blijkt het vaak toch net niet te zijn wat ik nodig heb. Eigenlijk kan het weg. Maar wat als het op een dag belangrijk blijkt te zijn?
De crux is dat je dat van te voren niet weet. De waarde van een willekeurig stuk in mijn archief wordt pas bepaald op het moment dat de toekomstige noodzaak zich aandient. Dus onvoorzien en onvoorspelbaar. Word ik op een dag zo beroemd dat een obsessieve schrijver door mijn kindertekeningen struint om mijn jeugd te duiden? Klopt die oude opdrachtgever nog eens aan omdat ze de conceptschetsen van het scenario van het inmiddels opgeleverde promofilmpje toch nog eens willen zien? Nee.
Meer realistisch: blader ik nog eens door dat programmaboek met foto’s van die voorstelling waar ik in speelde? Zoek ik in mijn oude agenda’s nog eens naar de naam van die klasgenoot waar ik zo mee gelachen heb? Ja, soms wel.
Maak er foto’s van en bewaar je documenten digitaal! Het klinkt zo logisch en praktisch. Je spullen toch nog bij de hand, maar niet meer in de weg. Dan nu de praktijk. Naast de dozen met papieren die vooral gewicht toevoegen aan het huis staan de kasten met cassettebandjes, floppydisks, videobanden, CD’s en andere digitale opslagwaar. De helft daarvan kan ik inmiddels niet meer aflezen; ik heb de apparaten er niet meer voor, het documenttype is niet meer te openen, de kwaliteit is onbruikbaar achterhaald. Ik heb trouwens geen idee wat er op staat. Een kwart is sowieso achterhaald door de opkomst van het world wide web.
Stel dat ik mijn papieren documenten scan, waar en hoe bewaar ik ze dan zodat ze de tand des tijd kunnen weerstaan? Moet ik dan ieder jaar de boel updaten? Alle bestanden langs en in de nieuwste versie opnieuw opslaan – en gooi ik het origineel weg? – en op een nieuwe harddisk zetten met de nieuwste poorten en voor de zekerheid ook in de Cloud? Ik moet er niet aan denken.
Liever nog ga ik voor rigoureus: alles weg. Herinneringen sla ik op in mijn hoofd. Ik wil alleen spullen in huis die ik gebruik. Digitaal gaat een en ander op een harddisk en als die niet meer te gebruiken is, dan is dat stuk digitaal leven verdwenen. Leven in het nu schijnt heel spiritueel verantwoord te zijn. Minimaliseren is de nieuwe norm! Alles de container in!
Behalve mijn oude schoolagenda’s natuurlijk. En de research voor dat boek wat ik op een dag ga schrijven. En dat boek met handtekening van de inmiddels overleden schrijver. Net als die tekeningen die ik als 17-jarige maakte trouwens. En die mooie foto’s die ik nog eens voor een website of kunstproject kan gebruiken.