Ik ga op reis en ik neem mee…
…zo min mogelijk. Maar wel genoeg.
Mijn grootste bezit – en daarmee mijn grootste zorg – is mijn huis. Een knusse jaren ’30 koopwoning, hypothecair onder water en op wankele funderingsvoeten. Het is een grote financiële last voor een ZZP’er in de Kunst en Cultuur. Én het is mijn huis, mijn plek, mijn thuis. Ik ben er graag. Ik voel me er fijn. Nog precies één maand en dan is mijn huis voor drie maanden mijn thuis niet meer, dan gaat er iemand anders in wonen. De maandelijkse zorg rondom de lasten voor drie maanden weg. Vrijheid. Huis kwijt.
Het past in een behoefte om steeds lichter te leven. Waarom hebben we bezit nodig? Ik verkocht mij ongebruikte Wii en lege rattenkooi. Ik gaf mijn oude kleren en prullaria weg. Mijn kasten worden steeds leger. De boeken – die ik niet lees, geen ‘tijd’ voor – kon ik nog niet weg doen, evenmin de CD’s, foto’s, tekeningen en andere nostalgie. Ik ben gebonden aan materie. Maar welke spullen heb ik echt nodig, en waarom? Wat maakt een huis een thuis? En, kan ik mijn thuis meenemen op reis?
Een reis die niet naar verre oorden gaat om mooie bezienswaardigheden op facebook te zetten. Nee, veel meer is het een innerlijke reis, een tocht naar de verwezenlijking van dromen en passie, omdat de wijze mensen zeggen: ‘Follow your bliss…’ Wat bedoelen ze daar eigenlijk mee? Een reis om te werken, te genieten, te bezinnen, te vinden, te ontmoeten, te creeeren, te ervaren, en bovenal te zijn.
De komende maand bereid ik me voor op deze reis: Het huis moet klaar, de eindeloze to-do-lijst af, een soort van reisplanning gemaakt. Ik besef me al gauw dat ik toch weer dingen moet kopen. Wat onhandig. Om al mijn bezittingen achter me te laten, moet ik nieuwe spullen kopen… Dus maak ik een lijst voor de vrijmarkt en sla hopelijk morgen mijn slag op Koningsdag.
Zo min mogelijk, maar wel genoeg…